Deens schrijver (Øsløs 27 Apr. 1861 - Løgstør 1936), begon als koeienjongen, kwam op een kweekschool, werd onderwijzer en leefde van zijn pen. Van 1908-1915 was hij landbezitter, moest zijn hoeve weer verlaten en leefde na 1918 in een door de kleine boeren voor hem gebouwd huis in Løgstør.
Hij beschrijft de kleine boeren, de „husmænd”, die slechts een lapje land bezitten, te klein om van te kunnen leven.Oorspronkelijk staat hij sterk onder invloed van de beweging van Grundtvig, hij heeft een optimistisch geloof in de toekomst van de kleine boeren. I Skyggen (1893) is daar de uitdrukking van. Uit deze periode dateert En Stridsmand (1896), waarin de hoofdpersoon strijdt voor betere economische en culturele toestanden voor het boerenvolk. In de volgende periode is hij sterk onder de invloed van sociaal-democratische ideeën. Hij legt dan vooral de nadruk op de tegenstelling tussen het luie, lichtzinnige leven der grootgrondbezitters en het sloven der dagloners en schildert de onafhankelijke arbeider (Gyldholm, 1902; Bjaerregaarden, 1904). In zijn volgende werken treedt het individuele veel meer op de voorgrond (Sara, 1906; Per Holt, 1912). Na 1914 wordt hij meer romantisch en idyllisch; uit zijn werk spreekt dan een sterk religieus en nationaal gevoel.
Hij verheerlijkt de landbevolking (Spillemandens Hjemkomst, 1914; Nye Maend, 1917). Zijn Romaner og Fortællinger verschenen in 1921. Mémoires: Min Mindebog (1934-’35).