een volk, dat tot de oostelijke groep der Germaanse stammen behoorde. Zij worden door de klassieke schrijvers reeds vroeg vermeld (2de eeuw v.
Chr. door Protogenes), maar laten vooral van zich horen in de 4de eeuw n. Chr., wanneer zij, samen met Hunnen en Karpodaciërs, invallen in het Romeinse grondgebied doen. Zij worden vervolgens door Attila onderworpen, maar trekken na diens dood naar Skythië en Moesië, terwijl een gedeelte in Pannonië achterblijft, daar in strijd geraakt met de Oost-Goten en ten slotte in Romeinse krijgsdienst treedt. De naam betekent „de glanzenden, schitterenden”.
