Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SINT PIETERSBERG

betekenis & definitie

ligt tussen Maas en Jeker, domineert als een 60 m hoog bastion het Maastrichtse landschap; de absolute hoogte is 110 m +A.P. De heuvel is bedekt met de vruchtbare löss, waar de tuinders van St Pieter hun befaamde groenten aan danken.

Hieronder ligt het Hoogterrasgrint en een dun laagje onderoligoceen glauconietzand. Onder dit profiel, dat ca 6 m dik is, ligt de bekende secondaire kalksteen, het Maastrichts krijt of mergel genaamd. Een groot deel van de vermaardheid van de St Pietersberg is wel te danken aan de gangenstelsels, die door de blokbrekers ten behoeve van de huizen- en kelderbouw door de eeuwen heen werden ontgonnen. Men vindt er reeds opschriften uit de vroege Middeleeuwen. Uit zoölogisch oogpunt zijn de onderaardse gangen belangrijk als kraamkamer en overwinteringscentrum van de vleermuizen, terwijl ook de cavernicole fauna uniek voor Nederland is. Daarnaast zijn de gangen een attractie voor berglopers en toeristen.

Behalve geologische verschijnselen als orgelpijpen, vuursteengordijnen, dolienen, treft men in het gesteente een rijke fossielinhoud aan; het meest merkwaardige fossiel is wel de Mosasaurus. De flora en fauna op de berg is specifiek voor het krijtdistrict en vormt nog steeds het onderwerp van studie.De laatste jaren stond de St Pietersberg in het centrum der belangstelling. Ondanks de classificatie op de lijst van Natuurmonumenten en het verzet van diverse natuurbeschermingsorganisaties werd het grootste deel van de berg prijs gegeven voor de cementwinning van de ENCI.

Lit.: B. Faujas de Saint Fond, Histoire naturelle de la Montagne St Pierre (1798); ir D. C. van Schaik, De St P. (1938); Mededelingen v. d. Commissie inzake wetensch. onderzoek v. d. St P., in: Nat.-hist. Maandbl., vanaf jrg. 38 (1949).

< >