Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SIMON VAN DER AA, jan

betekenis & definitie

Nederlands rechtsgeleerde (Hornhuizen 25 Juli 1865 - Vennes sur Lausanne 25 Juli 1944) studeerde eerst rechten te Heidelberg en vervolgens te Amsterdam, promoveerde aldaar in 1890, was werkzaam op het dep. van Justitie (laatstelijk in de rang van Directeur-Generaal van het Gevangenis-, Rijkstucht- en Opvoedingswezen), werd in 1906 hoogleraar in het strafrecht en strafprocesrecht te Groningen (van 1906-’12 onderwees hij ook de wijsbegeerte van het recht) en was van 1910 tot 1938 Secretaris-Generaal van de „Commission internationale pénale et pénitentiaire”. In deze laatste functie leidde hij de jaarlijkse uitgave van het Recueil de documents en matière pénale et pénitentiaire. Op de practijk van de strafvoltrekking heeft Simon van der Aa, zowel nationaal als internationaal, in zijn verschillende functies grote invloed gehad.

Bibl.: De Rijksopvoedingsgestichten in Ned., diss. (1890); De arbeid als element van de vrijheidsstraf, rede (Groningen 1906); Eenige beschouwingen over de straftoemeting, rede (Groningen 1918).

Lit.: J. M. v. Bemmelen, Prof. S. v. d. A., in: Ned. Juristenblad, XIX (1944/’45); Idem, in: Tijdschr. v. strafr. LIV (1946).

< >