schilder van Italiaanse nationaliteit, wiens werk een geheel afzonderlijke plaats innam te midden van dat van zijn landgenoten (Arco, Zuid-Tirol, 15 Jan. 1858 - Schafsberg boven Pontresina, 28 Sept. 1899), bezocht na een verwaarloosde, veelbewogen jeugd, waarin zijn talent tijdens een verblijf in een opvoedingsgesticht aan het licht kwam, gedurende 2 jaar de Academie van de Brera te Milaan. Aanvankelijk schilderde hij romantische, anecdotische onderwerpen in een donker coloriet.
In 1881 verliet hij de stad om voortaan buiten realistische en landelijke onderwerpen uit het leven der boeren in het gebergte te schilderen, eerst in de trant van Millet, doch sinds 1886 meer impressionnistisch. Hij werd bovenal de schilder van prachtig gecomponeerde, melodieuze landschappen van de Italiaanse en na 1886 ook van de Zwitserse Alpen.Van 1890 af krijgen zijn werken een symbolisch karakter, voortvloeiend uit een pantheïstisch mysticisme en een hang naar het bovenzinnelijke. Deze werken vertonen een lineair decoratieve inslag. Hij maakte ook portretten en grafisch werk.
Lit.: M. Montandon, S. (Bielefeld 1904); M. Martersteig, G. S. (Berlin 1904); F. Servaes, G. S. (Leipzig 1907); N. de Julio, L’arte e l’opera di G.
S. (Genova 1926); R. Calzini, Il romanzo della montana (Milano 1934); G. Segantini, G. S. (Zürich 1936).
