Heilige, misschien uit Milaan afkomstig, zou volgens de legende, die overigens geen historische waarde bezit, al bestond zij reeds in de 5de eeuw, als officier van de keizerlijke lijfgarde om zijn Christelijk geloof met pijlen zijn doorboord, doch daarna van zijn wonden zijn hersteld. Om zijn vrijmoedig optreden zou hij opnieuw gevangen zijn genomen en met knuppels doodgeslagen.
Met meer zekerheid kan men beweren, dat hij, waarschijnlijk onder Diocletianus (284-305), te Rome de marteldood stierf en in een onderaardse gang van het kerkhof „Ad catacumbas” aan de Via Appia tegelijk met paus Fabianus werd bijgezet. Boven deze plaats werd in het midden der 4de eeuw de Apostelbasiliek gebouwd, welke later de naam S. Sebastiano ontving en tot een der zeven hoofdkerken van Rome gerekend wordt.Van zijn algemeen verbreide verering leggen de vele afbeeldingen van zijn martelaarschap getuigenis af. Met name door de Renaissance-kunstenaars werd hij met een ware voorkeur geschilderd. Hij gold vooral als patroonheilige tegen de pest, van de boogschutters en kruisridders. Zijn feestdag is 20 Jan., in de Byzantijnse Kerk 18 Dec.
Lit.: Acta Sanctorum Jan. II, 623 vlg.; Bibl. hagiograph. latina II, 1093 vlg.; R. Gerhardt, Ueber die Akten des hl. Anthimus und des hl. S., diss., Jena (1916); F. Fornari, S.
Sebastiano (Roma 1934); D. v. Hadeln, Die wicht. Darstellungen des hl. S. in der ital. Malerei (Strassburg 1906).