Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHIELAND

betekenis & definitie

hoogheemraadschap in Zuidholland, ten O. begrensd door de Gouwe en Hollandsche IJsel, ten Z. door de Nieuwe Maas, ten W. en ten N. door resp. de hoogheemraadschappen Delfland en Rijnland. De oppervlakte bedraagt 21.500 ha; de zetel is te Rotterdam gevestigd.

Het omvat de volgende waterstaatkundige gebieden:

1. het gebied van de Schieboezem (1500 ha), in het Z.W.,
2. de Prins Alexanderpolder (ca 2000 ha, drooggemaakt 1874),
3. de Zuidplaspolder (ca 4000 ha, drooggemaakt 1828-1840), beide polders met eigen boezem (ringvaart),
4. gebied van de Rotteboezem, het centrale deel (ca 8000 ha),
5. het deel langs Nieuwe Maas, Hollandsche IJsel en Gouwe (ca 5000 ha), rechtstreeks op de rivier afwaterend.

De Rotteboezem staat met de Schieboezem in verbinding door het Stokvisverlaat te Rotterdam en met de boezem van de Zuidplaspolder door het Zevenhuizensche Verlaat. De Schieboezem, waarop ook het aangrenzende Delfland afwatert, is een zgn. besloten boezem, met een maalpeil van 0,252 m-N.A.P. Het oppervlak (1/95 van het boezemgebied) is betrekkelijk klein. De Schieboezem watert door een tiental sluizen op de Nieuwe Waterweg af. De waterstand in de Rotteboezem is gewoonlijk 0,35 m−Rottepeil (R.P.), wat overeenkomt met 1,00 m−N.A.P. Het hoogheemraadschap onderhoudt het tussen Schiedam en Gouda liggende deel van Schielands Hoge Zeedijk. Het wordt reeds ten tijde van de Gravin van Holland genoemd, het stichtingsjaar is echter niet bekend.

Lit.: W. J. Diepeveen, De vervening v. Delfland en S., diss. Vrije Univ. A’dam (1950); J.

Keuning, Meting en kartering v. S., in: Zuidholl. Studiën II (1952).

< >