Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHERZO

betekenis & definitie

(spr. uit: skèrtso; It. letterlijk: scherts) is de naam voor een muziekstuk met een schertsend karakter. Hoewel de titel scherzo voor een instrumentaal of vocaal muziekstuk reeds ca 1600 voorkomt, krijgt het scherzo eerst ca 1800 zijn karakteristieke gedaante door Beethoven.

Dit scherzo is ontstaan door een modificatie van het menuet: het tempo werd sneller, tot Presto toe, de expressie veranderde van gratie naar humor, uitgelaten vrolijkheid, soms plotseling overslaande in demonische effecten of rusteloos voortjagende episodes. Typerend zijn, muzikaal gesproken, plotselinge accenten, accentverschuivingen, hoekige sprongen in de melodiek, geestige staccatoeffecten en dynamische contrasten. De maatsoort van het scherzo is meestal driedelig. Scherzi met een tweedelige maat als in de 4de symphonie van Brahms zijn een uitzondering.De vorm van het scherzo was oorspronkelijk gelijk aan die van het menuet, nl. een samengestelde driedelige liedvorm. (zie muziek, vormleer). Het gebruikmaken van steeds snellere tempi en de groei van de symphonische afmetingen maakte een uitbreiding van de scherzovorm noodzakelijk. Beethoven past reeds een tweede trio toe, ten gevolge waarvan de vorm naar een rondo evolueert. Bruckner schrijft het hoofddeel van het scherzo zelfs wel in een volledige sonatevorm. Het meest komt het scherzo voor als 3de deel in de symphonie, maar ook als zelfstandig muziekstuk kan men het vinden: bij Brahms en Chopin voor piano, bij Dukas voor orkest het scherzo L’apprenti sorcier.

< >