Noordamerikaans wijsgeer van Spaanse afkomst (Madrid 16 Dec. 1863 - Rome 26 Sept. 1952), werd in 1907 hoogleraar in de wijsbegeerte aan de universiteit van Harvard. In 1912 vestigde hij zich voor literair werk in Engeland.
Santayana wordt wel gerekend tot de vertegenwoordigers van het critische realisme in de V.S. Het is echter moeilijk aansluiting te vinden voor zijn wijsbegeerte bij de bekende stelsels. Zijn idealistisch gericht denken wil binnen de grenzen van het realisme blijven; vandaar zijn bewondering voor Lucretius, Spinoza en Darwin. Hij bestrijdt het utilitarisme en plaatst daar tegenover het Griekse ideaal van schoonheid en goedheid.Enerzijds vasthoudend aan zijn Latijns-Katholieke afkomst, anderzijds aangetrokken door de Angelsaksische taal- en letterkunde (hij schreef gedichten in het Engels), is voor Santayana het beoefenen der wijsbegeerte doel in zichzelf; middel daarbij is het belichten van verschillende zijden van een gesteld probleem. Naar een scherp geformuleerde oplossing van gestelde problemen schijnt hij minder te streven. Zijn op het aesthetische gerichte geest vindt uiting in de literair hoogstaande vorm van zijn wijsgerige werken.
Bibl.: The Sense of Beauty, being the Outlines of Aesthetic Theory (1896); The Life of Reason, or the Phases of Human Progress (5 dln, 1905/’06, 1922); Egotism in German Philos. (1916; in het Frans: L’erreur de la philosophie allemande, met inl. v. E. Boutroux, 1917); Character and Opinion in the U.S., with Reminiscenses of William James and Josiah Royce (1920); Essays in Critical Realism (1921); Soliloquies in England and later Soliloquies (1922); Poems (1923); The Realms of Being (1927 vlg., 1940); The Last Puritan (1935); Persons and Places (1944). Verz. werken: The Works of G. S. (15 dln, 1936-1940); Interpretations of Poetry and Religion (1900); Three Philosophical Poets (1910); Winds of Doctrine (1913); Scepticism and Animal Faith (1923); Obiter Scripta (1936); The Realm of Truth (1938); Dominations and Powers. Reflections on Liberty, Society and Government (1951).
Lit.: M. Ames, Proust and S., the Aesthetic Way of Life (1937); The Philosophy of G. S. (The Library of Living Philosophers II, 1940); G. W. Howgate, G. S. (Univ. of Pennsylvania, 1938).