is een stadje in de Belgische provincie Luik, op golvende schieferbodem, op de waterscheiding tussen Maas en Moezel, op 470 m hoogte, groot 1527 ha (bos- en landbouw, voeding- en meubelnijverheid, marktplaats), en telt (1951) 2475 inw., Duitstalig. Het behoorde onder het Ancien Régime tot het graafschap Luxemburg, werd versterkt (13de eeuw), doorstond gedenkwaardige belegeringen in 1593 en 1602 en werd in 1689 door de Fransen ontmanteld en in de as gelegd.
In de 18de eeuw was het een Pruisisch marktcentrum. In 1918 werd het aan België teruggegeven. Sedert de geallieerde bombardementen op de Kerstdagen 1944, tijdens de slag in de Ardennen, is de stad totaal verdwenen.Lit.: Hecking, Gesch. der Stadt u. ehem. Herrschaft S. V. (Sankt-Vith 1875); Kessel, S. V., seine Gesch. (Sankt-Vith 1914); Massange, Inventaire des objets d’art du canton de S. (Tongres 1931).