Westduitse badplaats in het Land Baden-Württemberg met (1952) 2800 inw., v.w. 85 pct R.K. en 15 pct Prot., ligt op 800 m hoogte in het nauwe dal van de Alb in het Zwarte Woud. Het bezit een Kurhaus, een sanatorium voor zenuwzieken en longzieken, alsmede een grote katoenspinnerij (in de oude Benedictijnenabdij).
In de nabijheid ligt de Lehenkopf (1041 m).De vroegere Benedictijnenabdij, in de 10de eeuw gesticht, ontving echter eerst later door de beenderen van de heilige Blasius de naam Sankt Blasien en verkreeg door schenkingen uitgestrekte bezittingen. Zij stond oorspronkelijk onmiddellijk onder de keizer; na 1361 wist Oostenrijk deze waardigheid erfelijk te verkrijgen. Reeds in 1405 ontving de abt van de paus de rang van een getituleerde prelaat. Om de vroegere onafhankelijkheid te herkrijgen, kocht abt Martin I in 1609 het graafschap Bonndorf en in 1746 werd de toenmalige abt in de rijksvorstenstand verheven. Bij de vrede van Pressburg van 1805 werd Sankt Blasien aan Baden afgestaan en in 1807 werd de abdij opgeheven.
