Italiaans arts (Vicenza 1576 - Bützow in Mecklenburg 2 Oct. 1637) die, jong als Calvinist zijn geboorteland ontvlucht, lange jaren in tal van steden in Duitsland, Zwitserland en ook te Den Haag toefde en als hertogelijk hofarts in Mecklenburg zijn leven besloot. Hij nam een intermediaire plaats in tussen de Galenische school en die van Paracelsus en bestreed de in zijn tijd sterk aangegrepen universele geneesmiddelen.
Hij had goede invloed op een deugdelijker bereiding van artsenijen.Bibl.: Opera omnia medico-chymica (Frankfurt a. M. 1647, 1680).
Lit.: A. Cossa, A. S. (Vicenza 1894); R. Capobus, A. S., seine wissenschaftl. Bedeutung (Berlin 1933).