is een universiteitsbibliotheek en tevens een openbare bibliotheek te Parijs (Place du Panthéon 70). Oorspronkelijk was het een kloosterbibliotheek die waarschijnlijk opklimt tot in de 12de eeuw, nl. de bibliotheek van de St Genoveva-abdij, die bij de aanvang van de 13de eeuw zetel was geworden van de Universiteit te Parijs.
In de 16de eeuw ging heel wat van de oorspronkelijke boekenschat verloren. In de 17de eeuw kende de bibliotheek echter een nieuwe bloei en kon belangrijke schenkingen in ontvangst nemen, o.m. van kardinaal de la Rochefoucauld; in 1710 stond Charles Maurice Le Tellier, aartsbisschop van Reims, een rijke verzameling prachtig gebonden werken aan de bibliotheek af. In 1790 werd de Ste-Geneviève Bibliotheek geseculariseerd en genationaliseerd en werd ze meteen openbare bibliotheek.
Door de decreten van 31 Dec. 1928 en 30 Mrt 1930 werd zij aan de Universiteit te Parijs gehecht; in feite werd zij reeds vóór deze aanhechting het drukst door studenten bezocht. Zij heeft derhalve een tweeslachtig karakter: zij is tevens universiteitsbibliotheek en openbare bibliotheek. Het door haar sedert 1850 betrokken gebouw werd door architect Labrouste opgericht en is de oudste boekenmagazijninrichting. De leeszaal telt 700 plaatsen; gemiddeld zijn er 3000 bezoekers per dag. Fonds: meer dan 800.000 boekdelen en 62.000 vol. van Franse tijdschriften; 3800 handschriften en 30.000 prenten.
Lit.: A. de Bougy, Hist. de la bibl. S.-G. (Paris 1847); H. Girard, Abrégé de l’hist. de la bibl. S.-G., in: Rev. des bibl. (1935); Ch. Kohler, Die Bibl. S.-G. in: Bibl., livres et librairie (1912); voorts: Cornelia Serrurier, Bibliothèques de France (La Haye 1946), p. 222-224.