Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROTHENSTEIN, william

betekenis & definitie

Sir, Engels schilder, tekenaar, lithograaf en paedagoog (Bradford, Yorkshire, 29 Jan. 1872 - Stroud 14 Febr. 1945), vormde zich onder Alph. Legros aan de Slade School of Art te Londen en aan de Académie Julien te Parijs onder leiding van B.

Constant, J. Léfébure en Doucet. De belangrijkste invloed, die hij onderging, was echter die van Degas en Whistler. Vóór zijn benoeming tot professor te Sheffield (1917-’26) ondernam hij enkele grote reizen (India, 1910; Ver. Staten, 1911, 1912). Hij onderscheidde zich enerzijds als uitvoerend kunstenaar (portretten, bij voorkeur getekende en gelithografeerde, landschap, interieur en genrestukken) en anderzijds als leermeester.

Zijn leiding als directeur van het Royal College of Art (1920-1935) werd gekenmerkt door de wijze waarop hij de student de vrijheid liet tot ontplooiing van diens individualiteit en richting, zonder hem zijn eigen mening op te dringen. Tijdens Wereldoorlog I was hij als oorlogsschilder werkzaam. In 1931 werd hij in de adelstand verheven. Zijn portretten werden veelal in series uitgegeven: Oxford Characters (1896), English Portraits (1898), The French Set, and Portraits of Verlaine (1898), Manchester Portraits (1899).Bibl.: Liber Juniorum (1899); A Life of Goya (1900); Plea for a Wider Use of Artists and Craftsmen (1918); Memoires (1931 en 1932); Men and Memories (1939).

< >