Heilige (Ravenna ca 952 - in een kluis bij het klooster Val di Castro 19 Juni 1027), werd na een lichtzinnig leven op 20-jarige leeftijd Benedictijn in het klooster Sant’Apollinare te Classe bij Ravenna, waarvan hij in 998 tot abt werd gekozen. Hij gaf echter de voorkeur aan het kluizenaarsleven, stichtte vele kluizenaarskolonies, waarvan die van Camaldoli het moederklooster werd van de door hem gestichte Camaldulenser monnikenorde.
De leden er van worden naar hun witte kleding ook Witte Benedictijnen genoemd. Hij wordt herdacht op 7 Febr., de dag, waarop zijn stoffelijk overschot naar het klooster San Biagio in Fabriano werd overgebracht, en op 19 Juni, zijn sterfdag.Lit.: Zijn leven werd ca 1040 beschreven door zijn leerling Petrus Damiani; in Acta Sanct. Febr. II; vgl. W. Franke, Quellen u. Chronologie zur Geschichte R.’s, diss.
Halle (1910); P. Campelli, S. R. (Ravenna 1927).
