genaamd Auguste, Frans beeldhouwer (Parijs 12 Nov. 1840 - Meudon 17 Nov. 1917), is een der hoofdvertegenwoordigers van de impressionnistische beeldhouwkunst. Hij was leerling van de Petite Ecole (de latere Ecole des Arts Décoratifs) onder Lecocq de Boisbaudran, van de dierenschilder Barye en, als medewerker, van de beeldhouwer Carrier-Belleuse, terwijl hij als decorateur, o.a. aan de porseleinfabriek van Sèvres, in zijn onderhoud voorzag.
In 1864 ontstond zijn eerste, van een persoonlijke stijl getuigend werk „L’homme au nez cassé”.Een verblijf in Brussel, waar hij meewerkte aan de decoraties van de Beurs, werd in 1875 onderbroken door een reis naar Italië, waar vooral de werken van Michelangelo grote indruk op hem maakten. Als gevolg daarvan maakte hij in 1876 zijn eerste levensgrote figuur „l’âge d’airain” van een voor die tijd ongekend realisme. Op een reis langs de Franse kathedralen in 1877 bestudeerde hij de Gothische beeldhouwkunst. In 1880 gaf de Franse Staat hem de opdracht bronzen deuren te ontwerpen voor het Musée des Arts Décoratifs met een uitbeelding van Dante’s Divina Comedia. Aan deze „Porte de l’enfer” heeft hij zijn gehele leven gewerkt. Vele onderdelen er van werkte hij als afzonderlijke beelden uit, o.a. de bekende „Penseur”. Talrijke opdrachten voor monumenten en portretten volgden.
Sommige werden hevig gecritiseerd, als het ontwerp voor het standbeeld voor Balzac, in 1898 voltooid en geweigerd door de opdrachtgevers. In 1894 vestigde Rodin zich in Meudon in de villa des Brillants, doch behield daarnaast een atelier in Parijs (Hôtel Biron). Beide ateliers waar hij vele leerlingen had, zijn thans Rodin museum. Het grootste deel van zijn œuvre, waaronder ook de talrijke gemodeleerde studies, aquarellen en tekeningen direct naar de natuur vervaardigd, wordt daar bewaard. Uitgaande van een traditioneel, klassiek naturalisme zocht hij meer en meer naar een schilderachtige verlevendiging van het oppervlak, die ontstaat door het spel van licht en schaduw, gevormd door het contrast der uitstekende delen en holten. Zijn sterk temperament en groot kunstenaarschap uitten zich in een fantastische vormenrijkdom en in een hevige bewogenheid der houdingen en gelaatsuitdrukkingen, die soms tot overdrijving der natuurlijke vormen noodzaakte, echter zonder dat de monumentaliteit van het werk hierdoor werd geschaad. De vernieuwing, die Rodin in de beeldhouwkunst bracht met zijn streven naar beweging, realiteitsweergave en vooral naar waarachtige monumentale werking der grote vormen, heeft een enorme invloed gehad op de jongere generatie.
Bibl.: L’Art, Entretiens réunis par Paul Gsell (Paris 1911); Les Cathédrales de France (Paris 1914).
Lit. o.a.: R. M. Rilke, A. R. (Leipzig 1920); A. Bourdelle, La sculpture et R. (Paris 1937); V. Frisch and J.
T. Shipley, A. R. (New York 1939); P. R. Adams, A. R. (New York 1945); Just Havelaar, A. R. (Utrecht 1949); Judith Cladel, R., sa vie glorieuse, sa vie inconnue (Paris 1950).