Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROCKEFELLER, john davison

betekenis & definitie

Amerikaans zakenman (Richford, New York, 8 Juli 1839 - Daytona Beach, Florida, 23 Mei 1937), kan als de belichaming worden gezien van de groep Amerikaanse ondernemers, die in de tweede helft van de 19de eeuw uit de geweldige productie-explosie van de V.S. als financieel en industrieel machthebber naar voren kwamen. Uit zeer eenvoudig milieu gesproten — in 1855 werd hij boekhouder — schiep hij door zakenvernuft en genadeloos gebruik van macht één der grootste fortuinen van de V.S.

In 1862 richtte hij te Cleveland samen met anderen een olieraffinaderijtje op, dat al spoedig een van de grootste van Cleveland werd. In 1870 stichtte hij en werd hij president van de Standard Oil Company. Als zodanig is hij de pionier van de concentratiebeweging in de V.S.Door middel van geheime tariefovereenkomsten met spoorwegmaatschappijen, plaatselijke prijsoorlogen, opkopen van pijpleidingen, die hij zelf als eerste op grote schaal aan liet leggen, slaagde Rockefeller er in in korte tijd de meeste concurrenten in de V.S. tot amalgamatie te dwingen. In 1878 beheerste hij 90 pct van de raffinaderijen in dat land. Het jaar daarna werd de organisatie van de Standard Oil in dier voege gewijzigd, dat de 39 samenstellende maatschappijen hun aandelen ter behering aan een lichaam, „trust” genaamd, hadden overgedragen. In dit lichaam hadden 9 „trustees” zitting. Herhaaldelijk kwam de Standard Oil in botsing met de anti-trust wetgeving; eerst in 1892, toen Rockefeller door een vonnis gedwongen werd de trust te liquideren; hij richtte toen de Standard Oil Company of New Jersey op, onder bescherming van de wet op de holding companies van deze staat. In 1911 werd de Standard Oil opnieuw veroordeeld door het Supreme Court en tot splitsing gedwongen. In hetzelfde jaar trok Rockefeller zich uit zijn presidentschap terug.

In zijn levensavond besteedde hij een groot deel van zijn vermogen, waarschijnlijk het grootste van Amerika, voor philanthropische doeleinden en voor de bevordering van de zuivere wetenschap. De voornaamste deze werkzaamheden worden gebundeld door de „Rockefeller Foundation”, die grote verdiensten heeft verworven bij de ondersteuning van wetenschappelijke research op velerlei gebied.

In Rockefeller’s „zakenrijk” is ook een belangrijke rol gespeeld door zijn broer William (1841-1922). Zijn philanthropische werkzaamheden zijn voortgezet door zijn zoon, John Davison jr (1874), die thans president van de Rockefeller Foundation is en in 1947 aan de Verenigde Naties een stuk grond schonk voor de bouw van een permanente zetel.

J. R. ZUIDEMA

Bibl.: Random Reminiscences of Men and Events.

Lit.: J. T. Flynn, God’s Gold, The Story of R. and his Times (1932); A. Nevins, J. D. R., the Heroic Age of American Enterprise (2 dln, New York 1941).

< >