Nederlands koloniaal bewindsman (Utrecht 18 Oct. 1712 - Batavia 3 Oct. 1777), was sinds 1735 in dienst der Oost-Indische Compagnie, in 1753 opgeklommen tot raad-extraordinair, in 1760 raad-ordinair, in 1775 gouverneur-generaal en van 1755 tot zijn dood gouverneur-generaal. Gedurende zijn bewind werd op Oost-Java (Balambangan) en Celebes de rust hersteld; voorts is hij bekend door zijn wetenschappelijke belangstelling (directeur der Holl.
Mij van Wetenschappen), zijn praalzucht en zijn nepotisme.Lit.: F. W. Stapel, De G.’s-Generaal v. Ned. Indië.