Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

REHOBOTH

betekenis & definitie

plaats in Z.W.-Afrika, ten zuiden van Windhoek, op een hoogvlakte ca 1400 m boven zee, met weinig regen, maar veel bronnen. Sinds 1870 is de nederzetting definitief, zij telde in het begin der 20ste eeuw een 50-tal blanken en 3000 bastaarden met 2000 hottentotten.

De oorsprong der bastaarden is niet geheel duidelijk; deels zijn zij nakomelingen van blanke immigranten en hottentotse vrouwen, deels kunnen er ook vele andere erffactoren in zitten, want er zijn vele slaven uit Batavia, Mozambique en Madagascar geïmporteerd. Voor zover het de groep te Rehoboth betreft, zouden eigenlijk alleen hottentotse vrouwen als stammoeders in aanmerking komen: zij waren vrije vrouwen, meer geacht dan slavinnen, bovendien waren deze laatsten meer in de steden te vinden en minder op het land.De rehobothgroep is uitvoerig bestudeerd en blijkt af te stammen van een 40-tal blanken, die met hottentotse vrouwen getrouwd zijn. Een 30-tal families, zowat 300 man te zamen, kwamen in 1870 ter plaatse, na enkele jaren „trek”. De eerste dertig jaar waren zeer onrustig door plaatselijke oorlogvoering. Toch kwam de nederzetting, vnl. door veeteelt tot bestendigheid en een zekere bloei.

Als gegevens over de herkomst heeft men de naamlijst van oude Kaapse families; van de 37 zijn er twee Engels, twee inheems, de rest is voor tweederde Hollands en voor éénderde Duits. In de rehobothstam zijn nog een zestigtal andere namen in gebruik, waarvan sommige op hottentotse herkomst wijzen.

Lit.: Eug. Fischer, Die Rehobother Bastards (Jena 1913); Rechter Villiers, Report of the Rehoboth Commission (Cape Town 1927).

< >