Ned. rechtsgel. (Almelo 7 Juli 1828 - ’s Gravenhage 19 Dec. 1892), werd in 1874 benoemd tot rechter in de „gemengde rechtbanken” in Egypte. Na zijn terugkeer in Nederland (1880) gaf hij een belangrijk werk uit: L’Egypte et l’Éurope (2 dln, 1882, 1884).
Hij werd, na sinds 1882 raadsheer geweest te zijn in het Gerechtshof te Arnhem, in 1890 benoemd tot lid van de Hoge Raad, welk ambt hij bekleedde tot zijn dood. Hij was een oorspronkelijk en onafhankelijk denker met brede historische kennis. Behalve verschillende geschriften over de doodstraf en tal van artikelen (in 1891 onder de titel Rechtsgeleerde Opstellen in 2 dln verzameld), schreef hij o.m. Le système de lapropriété mobilière (1887) en Notions fondamentales de droit civil (1892).