Fries historicus (Leeuwarden 1586 - Franeker 2 Nov. 1644), studeerde eerst geneeskunde, vervolgens rechten, werd advocaat bij het Hof van Friesland, in 1616 historieschrijver en in 1636 te Franeker hoogleraar in de welsprekendheid en de geschiedenis.
Bibl.: Chronique ofte hist. gesch. van Friesland (Franeker 1622); Vita, res gestae et mors Mauritii, principis Auriaci (ibid. 1625); Historiarum Libri IV (Leeuwarden 1629, 1646).
Lit.: D. A. Wumkes, Friesche historiographie in overgangstijd, in: Earebondel Dr. G. A. Wumkes (Boalsert 1950, p. 210 w.); E.
N. Waterbolk, Twee eeuwen Friese geschiedschrijving, diss. Groningen - Djakarta (1952), pag. 182.