Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Philippus baldaeus

betekenis & definitie

eigenlijk Baelde, Nederlands godgeleerde en ethnoloog (Delft Oct. 1629-Geervliet 1671), was Vlaming van afkomst; zijn moeder was Maria Junius, zuster van Robertus, den reformator van Formosa. Hij studeerde te Leiden en vertrok 20 Oct. 1654 naar Oost-Indië, waar hij midden 1655 aankwam en enige tijd te Makassar verbleef als lid van een gezantschap bij den koning van Gele bes.

In Nov. 1656 ging hij naar Ceylon, met een oponthoud op Malaka, waarna hij eind 1657 te Punto Gale aankwam. Hij bleef als predikant te Jaffna en heeft in het gehele gebied voortreffelijk werk gedaan met prediken en scholen stichten. Hem sierden een ruime blik in zijn omgang met geleerde Brahmanen en een bijzondere kennis van het leven van Singalezen en Malabaren, dat hij had leren kennen als veldprediker in dienst bij Rijklof van Goens. In 1665 gerepatrieerd, was hij nog van 1669-1671 predikant te Geervliet, waar hij zijn grote werk schreef.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK

Bibl.: Naauwkeurige Beschrijvinge van Malabar en Choromandel en het machtige eyland Ceylon. Afgoderye der OostIndische heydenen (opnieuw uitgegeven en van inleiding en aantek. voorzien door A. J. de Jong), (’s-Gravenhage 1917) (Diss.); Malabaarsche Spraakkunst (Amsterdam 1672, 3 dln).

Lit.: G. A. L. van Troostenburg de Bruyn, Biogr. Woordenb. v. O.-I. Predikanten (Nijmegen 1893), 19-21; Het Prot. Vaderland, I, 296.

< >