avonturier en pretendent naar de Engelse kroon tijdens Hendrik VII Tudor (Doornik 1474? - opgehangen Londen 23 Nov. 1499) gaf zich uit voor Richard, hertog van York, de jongste der twee in 1483 op last van Richard III vermoorde zoons van koning Edward IV (z stamboom Plantagenet).
Hij werd, als koopmansleerling Cork in Ierland bezoekend, daar in 1491 door partijgangers van het Huis van York, die getroffen waren door zijn uiterlijk, begroet als een bastaard van Richard III, vervolgens als de sinds 1485 in de Tower gevangen gehouden Edward, graaf van Warwick (zoon van George van Clarence, broeder van Edward IV en Richard III), ten slotte als Richard van York. Wellicht maakte reeds zijn overkomst naar Ierland deel uit van een Yorkistisch complot dat in de Nederlanden was gesmeed, al dan niet met medeweten van Margaretha van York, de weduwe van Karel de Stoute van Bourgondië. De opstand in Ierland werd spoedig onderdrukt en Perkin week uit naar Frankrijk, op uitnodiging van koning Karel VIII, die hem als prins van den bloede ontving. Na het sluiten van het Frans-Engelse accoord van Étaples vertrok hij in Nov. 1492 naar de Nederlanden. Hier bleef hij een troef in handen van de tegenstanders van Hendrik VIII. Zowel Maximiliaan van Oostenrijk en Philips de Schone als Margaretha van York verleenden hem steun.
In 1495 zeilde hij naar Engeland, doch landingspogingen hier en in Ierland mislukten. In Schotland vond hij echter een gastvrij onthaal bij koning Jacobus IV, die hem een achternicht, Catharina Gordon, tot vrouw gaf, maar op den duur zijn aanwezigheid als een last gevoelde. In de zomer van 1497 werd de pretendent afgescheept naar Cornwall, waar ontevredenheid over het bewind van Hendrik VII algemeen was. Als „Richard IV” vond hij daar aanhang, doch hij slaagde er niet in, Exeter te veroveren (Sept. 1497). Bij de nadering van een koninklijk leger gevlucht, gaf hij zich in de abdij van Beaulieu (Hampshire) over aan Hendrik VII, die hem zijn bedrog liet opbiechten en te Londen in arrest hield. De koning spaarde zijn leven, ook nadat Perkin in 1498 had gepoogd te ontsnappen. Het volgende jaar echter werd hij wegens samenspanning ter dood veroordeeld en opgehangen.
Lit.: J. Gairdner, Hist. of the Life and Reign of Richard III (New Ed. 1898), blz. 261-335: The Story of P. W.; J. D. Mackie, The Earlier Tudors 1485-1558 (1952: Oxford Hist. of Engl.), blz. 112-150; J. B.
Chastelain, L’imposture de P. W. (1952).