Sir (sinds 1917), of Pawel Gawrilowitsj Winogradow, Russisch-Engels geschiedschrijver en rechtshistoricus (Kostroma 18 Nov. 1854 - Parijs 19 Dec. 1925), studeerde te Moskou en te Berlijn bij Mommsen en Brunner en in Bonn bij A. Schäfer, maakte in 1878 een studiereis naar Italië en in 1883 naar Engeland.
In het Brits Museum ontdekte hij in 1884 Bracton’s Note-Book en sloot een levenslange vriendschap met de jonge Maitland die door hem tot de Engelse rechtsgeschiedenis werd gebracht.Na zijn terugkeer in Moskou werd hij hoogleraar in de geschiedenis (1884—1901), publiceerde zijn eerste grote werk Villainage in England (1887, Eng. uitg. 1892) en deed in 1895 uitgebreide archiefonderzoekingen in Skandinavië. Hij deed veel voor de verbetering van het geschiedenisonderwijs op Russische middelbare scholen en schreef zelf hiervoor een leerboek in liberale geest. Tegenwerking van de regering leidde tot zijn ontslagneming in 1902.
Hij vestigde zich in Engeland en werd in 1903 benoemd tot opvolger van Sir Frederick Pollock in Oxford. Zijn onderwijs was van grote invloed en vooral zijn seminarium van een zeldzame inspiratie. Een deel van de resultaten er van zijn de 9 dln Oxford Studies in Social and Legal History en de elf onder zijn leiding verschenen delen van de Seiden Society. In 1908, 1909-’10 en 1911 gaf hij gastcolleges in Moskou, in 1907 en 1923 in de V.S., in 1913 in Calcutta, in 1921 in Leiden. Diep teleurgesteld door de Russische revolutie werd hij in Jan. 1918 Brits onderdaan.
Zijn zeer grote en tegelijk zeer nauwkeurige kennis der rechtsgeschiedenis en zijn nuchtere en critische zin, afkerig van brillante generalisaties, komen vooral uit in zijn Outlines of Historical Jurisprudence (onvoltooid). In muziek en schaken bereikte hij een hoogte als weinige amateurs; zijn wetenschappelijk gezag en zijn grondige kennis van twaalf talen deden op een congres Gierke eens vragen: „Wer ist der Mann der alle Rechte kennt und alle Sprachen spricht?”
PROF. MR H. R. HOETINK
Bibl.: Villainage in England (1892); The Growth of the Manor (1905, 2e dr. 1911, 3de dr. 1926); English Society in the 11th Gent. (1908); ed. Survey of the Honour of Denbigh (1914); Outlines of Historical Jurisprudence (11920, II 1922); Roman Law in Mediaeval Europe (1909); Common Sense in Law (1914, 2de ed. 1946); ed. Year Books of Edward II 1312-1313 (Selden Soc. 1917-1921, 2 dln); Historical Types of International Law, Six Lectures delivered in the Univ. of Leyden 1921 (Bibl. Visseriana I 1923); Custom and Right (Oslo 1925); Customary Law (in: The Legacy of the Middle Ages, 1926); Collected Papers, with a Memoir, 2 dln (1928).
Lit.: H. A. L. Fisher, P. V. a Memoir (1927) en in V.’s Coll. Papers (1928); W.
S. Holdsworth in: Proceedings Brit. Academy dl XI (1924P25), blz. 486-501; Bernard Pares e.a. in: Slavonic Rev. (1926); F. Powicke in: Engl. Histor. Rev. dl 41 (1926); De Zulueta in: Law Quart.
Rev. dl 42 (1926); W. S. Holdsworth, The Historians of Anglo-American Law (1928), Ch. III.