Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Paul Joseph Constantin GABRIËL

betekenis & definitie

Nederlands schilder (Amsterdam 5 Juli 1828 - Scheveningen 23 Aug. 1903), zoon van de vorige, leerling van de Amsterdamse Academie en van B. C.

Koekkoek en C. Lieste, werkte van 1860 tot 1884 te Brussel, waar hij een der eerste Hollanders was, die de invloed onderging van de meesters van de School van Barbizon (Willem Roelofs was hier vooral voorbeeld of bemiddelaar), maar ook met de toenmalige Belgische landschapskunst contact had. Na 1884 vestigde hij zich te Scheveningen.Gabriël was in de eerste plaats landschapschilder en wel van het typische Hollandse polderland, weilanden met brede vaarten met verre verschieten onder hoge luchten met een schuit, een eendenkooi, palingfuiken, een verre molen als pittig accent, en het waterrijke gebied rondom Kortenhoef en bij Kampen. Steeds is het water, waar zich de hemel in spiegelt, een essentieel element van zijn composities.

Hoewel hij zich later dan de anderen bij de Haagse schilderswereld aansloot, kan hij tot de „Haagse School” gerekend worden. Hij is kleuriger dan de meeste andere Hagenaars, niet door sterker kleuraccenten doch doordat het schilderij uit kleuriger partijen opgebouwd en daardoor meer in kleur gedrenkt wordt. Vooral hierin uit zich samenhang met Belgische tijdgenoten. Hij is echter fijner en spitser, gevoeliger in de kleurverhouding en in de vormuitbeelding.

Soms is het vooral een warm bruin-geel, soms ook een diep, maar doorzichtig blauw, dat als hoofdkleur het schilderij domineert. De buitensfeer wist hij voortreffelijk uit te beelden. Behalve als landschapschilder was Gabriël ook belangrijk als schilder van bloemen (rozen, violen), die hij zeer breed en gevoelig, impressionnistisch los en rijk van kleur, wist weer te geven. Zijn vele landschapstekeningen zijn schetsmatig en breed behandeld en meesterlijk van uitvoering.

< >