Frans dichter (Reims 1 Febr. 1872), richtte in 1890 het Théâtre d’Art op als reactie tegen de naturalistische, georiënteerde schouwburgonderneming van Antoine. In de eerste plaats is hij een zeer persoonlijk en bovenal vruchtbaar dichter: zijn eerste bundel Ballades françaises et Chroniques de France dateert van 1897, de 46ste van 1948.
Hoewel elke bundel, speciaal die waarin hij de verschillende provincies bezingt, talrijke schone gedichten bevat, hoewel hij heel vaak de toon van de echte volksdichter weet te vinden, hoewel de bevoegde critici hem de verschuldigde lof niet hebben onthouden, heeft Paul Fort toch bij het grote publiek niet de plaats gevonden waarop hij als belangrijk dichter recht heeft. Waarschijnlijk is dit te verklaren door de speciale vorm, welke hij voor zijn balladen heeft gekozen: een rhythmisch proza, omdat volgens hem het innerlijke rhythme van een gedicht van meer intrinsieke waarde is dan de vaak toevallige, uiterlijke strofenindeling. Soms kan men de dichter een tekort aan critische geest t.o.v. zijn eigen werk verwijten. In 1912 werd Paul Fort, die ook de leiding heeft gehad van het tijdschrift Vers et prose (1905-1914), door zijn collega’s uitgeroepen tot „prins der dichters” als opvolger van Léon Dierx.Bibl. : Ballades françaises, ed. définitive (Paris 1922-1948), 12 vol.; Mes Mémoires, toute la vie d’un poète 1872-1943 (1944).
Lit.: G. A. Masson, P. F., son œuvre (1923).