Oostenrijks operettecomponist (Wenen 6 Apr. 1870), studeerde te Wenen bij H. Gradener en A.
Prosnitz en te Berlijn bij M. Bruch, was werkzaam als theaterkapelmeester o.m. te Brünn, Mainz en Berlijn, in de laatstgenoemde stad o.m. van E. v. Wolzogen’s Ueberbrettl, waarvoor hij tal van stukken componeerde. Een tijd lang componeerde hij serieuze muziek, vioolsonate, ouverture, strijkersserenade e.d., doch wijdde zich daarna weer aan de operette, waarin hij ook moderne dansen (foxtrot, shimmy) toepaste. In 1927 verliet hij Berlijn, leefde eerst in Parijs, vestigde zich daarna in de V.S.Bibl. (o.a.) operettes: Ein Walzertraum; Die kleine Freundin; Eine Ballnacht; Dorfsmusikanten; Der letzte Walzer.