Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ORÏYA

betekenis & definitie

(Odri of Utkali), een taal die thans in het gebied van Orissa (Oost-Indië) door ca 12 millioen mensen wordt gesproken. Afstammend van het Magadha-prakrit en Magadhi-apabhramsa gaf het Oriya pas in de 15de eeuw het ontstaan aan een literatuur die vooral onder invloed van de Krsnaeredienst staat, waaraan het grote Visnu -bedevaartsoord te Poeri (Pooree, z Jagganath) niet vreemd is.

Uit de eerste periode stammen o.a. de bewerkingen van de grote epen, de Mahabharata door Saroladas (15de eeuw), Ramayana door Balaramdas en de Bhagavata-purdna door Jagannatha Dasa. In de tweede helft van de 16de eeuw leefde Dinakrsnadasa, die in een gedicht Rasakallola (34 zangen) de avonturen van Krsna met de herderinnen bezingt. Upendrabhanja Raja van Gumsur (begin 18de eeuw) luidde een nieuw tijdperk in met zijn romantische heldendichten (bijv. Citralekha) in zeer gemaniëreerde stijl, die zuiver wereldlijke en vaak erotische thema’s behandelen. Het proza deed zijn intrede in de 19de eeuw met Madhusudana Rao, terwijl de bekendste moderne lyricus Nandahisor Bala is.Lit.: Linguistic Survey of India, 5, 2 (Calcutta 1903); B.C.Mazumdar,Typical Selections from Oriya Literature (3 dln, Calcutta 1921-1925); G.C. Prakaraj, Dict. of the Oriya Language (Cuttack 1931-32); H. von Glasenapp, Die Literaturen Indiens (Potsdam 1929, p. 249 vlg.).

< >