Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OPHICLEÏDE

betekenis & definitie

(1) is een koperen bas-blaasinstrument in 1817 uitgevonden door J. Halary te Parijs, waarbij door middel van gaten en kleppen de natuurtonenrij tot een chromatische reeks kon worden aangevuld.

Het instrument werd spoedig in het orkest opgenomen, o.m. in 1819 door Spontini in zijn opera Olympia, doch reeds een kwart eeuw later verdrongen door koperen basinstrumenten met ventielen, waarvan de toon minder ruw was. Alleen in militaire orkesten is de ophicleïde nog lang in gebruik geweest, in Italië en Zuid-Amerika tot in de 20ste eeuw toe.(2) naam voor een tongregister in het orgel.

Lit.: G. Sachs, Handb. d. Musikinstrumentenkunde (1930).

< >