is de naam die men geeft aan de vriendenkring van P. C.
Hooft, voor zover ze door hem als gastheer op het Muiderslot ontvangen werden. Tot hen behoren dan ook bijv. Huygens, Vondel, Reael. In engere zin bedoelt men echter de kunstlievende, gezellige, soms feestelijke samenkomsten, opgeluisterd door geestige gesprekken, muziek en zang. Tijdens zijn eerste huwelijk kan van een dergelijke kring nauwelijks sprake zijn. De bloeitijd valt in de periode van het tweede huwelijk, met Leonora Hellemans als gastvrouw.
Middelpunt is dan Maria Tesselschade, met Francisca Duarte als zangeres gevierd. Brosterhuizen en Van der Burgh, eveneens muzikaal, de stadssecretaris Daniël Mostaert en Hooft’s zwager Laurens Baeck waren welkom. Een vaste gast was de geleerde Caspar van Baerle, naast zijn ambtgenoot Gerard Vossius. Na 1639 neemt het aantal gasten toe en krijgt de Muiderkring iets meer het karakter van een salon.Lit.: Van Vloten, Tesselschade Roemers en hare vrienden (1852); Worp, Een Onwaardeerlijcke Vrouw (1918); P. Leendertz Jr, Uit den Muiderkring (1935); VanTricht, P. C. Hooft (1951); Hs. VIII en X.