sikkelvormig meer in het Zwitserse heuvelland, een verbreding van de Linth, die het onder de naam van Limmat verlaat, heeft een lengte van 40 km en tussen Stafa en Richterschwil een breedte van nagenoeg 4 km, tussen Horgen en Herrliberg een" diepte van 143 m, terwijl het bij gemiddelde waterstand 409 m boven de zeespiegel ligt. De oppervlakte bedraagt 88,5 km3.
De vroeger drukke scheepvaart is door de aanleg van de spoorwegen op de beide oevers (1875 links, 1895 rechts) afgenomen, toch wordt het meer nog bevaren.Langs de beide oevers ligt een onafgebroken rij fraaie dorpen tussen ooft- en wijngaarden, bouw- en weilanden; de hogere berghellingen zijn met donkere wouden bedekt. Door de eilanden Ufenau en Lützelau en door de landtong bij Hurden is het meer verdeeld in de minder diepe Obersee, waaraan de plaatsen Lachen en Schmerikon liggen, en het diepere, eigenlijke Züricher Meer. Over een dam is een spoorweg van Rapperswil over Hurden naar Pfaffikon - Einsiedeln - Goldau aangelegd. De Obersee vriest des winters meestal dicht, het Züricher Meer doorgaans niet. Er wordt veel vis gevangen. Hier werden in 1854 voor het eerst Zwitserse paalwoningen ontdekt. In de winter is het gebied van de Obern Zürichsee een druk bezocht skigebied.