Luthers godgeleerde (Rennersdorf bij Herrnhut 4 Apr. 1857 - Marburg 9 Apr. 1940), heeft als predikant met W. Bornemann, P.
Drews en Fr. Loofs het blad Die Christliche Welt opgericht (1887), dat een Christendom bevorderde, waarin vooral aan de behoeften van het moderne leven getracht werd te voldoen zonder dat de traditie werd losgelaten. Hij behoorde van den beginne aan tot de Evangelische Bund (1886), met Naumann, zijn zwager, tot het Evang.-soziales Kongress (1890), in 1907 tot het Intern. Congress of Religious Liberals te Boston en nam het in de strijd om het Apostolicum voor de vrijheid in de kerk op (1892). Gedurende de tweede periode van zijn leven was Rade hoogleraar der systematische theologie te Marburg, nam na Wereldoorlog I deel aan de politiek in de republiek van Weimar, kwam steeds op voor minderheden, ook buitenslands, en bevorderde de Oecumenische Beweging.Bibl.: Luthers Leben, 3 Bde (1884-87); o.a. Die relig.-sittl. Gedankenwelt uns. Industriearbeiter (1898); Die Religion im mod. Geistesleben (1898); Glaubenslehre, 2 dln (1924-26); O. Ritschl, Briefe an M. R. (1928).
Lit.: H. Mulert, Vierzig Jahre Christliche Welt, Festgabe f. M. R. (1927).
