Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Marinus frederik andries gerardus CAMPBELL

betekenis & definitie

Nederlands bibliograaf (Kampen 15 Oct. 1819 ’s-Gravenhage 2 Apr. 1890), werd reeds in 1838 geplaatst aan de Kon. Bibliotheek te ’s-Gravenhage en in 1869, na het ontslag van J.

W. Holtrop, bevorderd tot bibliothecaris, welke betrekking hij tot aan zijn dood vervulde. Hij leverde een uitgave van Reynardus Vulpes, poema ante annum 1280 a quidam Baldwino e lingua Teutonicatranslatum (1859), was medewerker aan de catalogus der incunabelen van bovengemelde bibliotheek en aan de Monuments typographiques des Pays-Bas au XVe siècle (1856). Verder behoorde hij tot de vaste medewerkers van de Kunst- en Letterbode (1854-1859) en was sedert 1860 medewerker aan de Nederlandsche Spectator. Op de Annales de la typographie Nierlandaise au XVe siècle, in 1874 door hem uitgegeven, deed hij in 1878, 1884, 1889 en 1890 vervolgen verschijnen.

In 1880 verscheen een uitgave met een inleiding van zijn hand van Joh. Colerus’ levensbeschrijving van Spinoza. Tot zijn laatste letterkundige arbeid behoorde het redactioneel toezicht over de bibliografieën van het Frederik-Mullerfonds. In 1875 benoemde de senaat der Leidse hogeschool hem tot doctor honoris causa.Behalve aan zijn incunabelenstudie ontleent Campbell zijn betekenis vooral aan zijn voortreffelijke leiding van de Kon. Bibliotheek, die onder hem zeer sterk vooruitging. Hij was lid van de Kon. Akad. van Wetenschappen.

Lit.: Levensber. door W. P. C. Knuttel in Levensb. v. d.

Mij der Ned. Lett. (i889-’go), blz. 256-303; door J. G. R.

Acquoy in Jaarb. d. Kon. Ak. v. Wet. (1890), blz. 95-127; door W. de Vreese in Versl. en Med. d.

Kon. Vla. Acad. v. T. en L. (1901) II, blz. 348-372; L.

Brummel, Gesch. der Kon. Bibl. (Leiden I939)> A. J. de Mare, Lijst der geschriften van Dr M. F.

A. G. C. (’s-Gravenhage 1941).

< >