geb. Grossholz, Zwitserse wasboetseerster (Bern 1 Dec. 1760-Londen 16 Apr. 1850), kreeg kunstonderricht van haar oom te Parijs en werd tekenlerares bij de koninklijke familie.
Hierdoor belandde zij tijdens de Revolutie in de Conciergerie waar men haar dwong de hoofden van vooraanstaande terechtgestelden in was te vereeuwigen. Ook de leiders der Revolutie heeft zij geportretteerd. In 1794 huwde zij François Tussaud, een Frans soldaat die zij in 1800 verliet. Zij vestigde zich in Londen met een kleine collectie wassen beelden die eerst op tournée door Engeland ging, later een vaste standplaats kreeg en na gestadige uitbreiding, verhuizing, een brand (1925) en bomschade nog heden als „Madame Tussaud’s” een der grote attracties van Londen vormt.Lit.: L. Tussaud, The Romance of Madame T. (London 1937); A. de Staël, Wachsfiguren, der Lebensroman der Schweizerin M. T. (1940).