Spaans dramatisch auteur (Écija, Sevilla, 1579 - Madrid 10 Nov. 1644), studeerde rechten en trok naar Italië, waar hij in krijgsdienst ging en deelnam aan verschillende veldtochten. Zijn latere levensjaren bracht hij als advocaat te Madrid door.
Als dramatisch auteur heeft hij veel succes geoogst. Hij zou 400 comedia’s geschreven hebben, waarvan er slechts 80 tot ons gekomen zijn. Hij muntte vooral uit in comedias históricas, waarvoor hij bijna steeds onderwerpen koos, die vóór hem door Lope de Vega behandeld waren. Wij vermelden hier slechts Maspesa el Rey que la sangre, Reinar después de morir en La serrana de la Vera. Hij is ook de auteur van een roman, El Diablo Cojuelo (1641), een satire van de zeden en gewoonten van zijn tijd, in de trant van de Suenos van Quevedo. In zijn Diable boiteux heeft Lesage het werk van zijn Spaanse voorganger nagevolgd en aanzienlijk verbeterd.Teksten: El Diablo Cojuelo, 2a ed. A. Bonilla y San Martin (Madrid 1910), Soc. de Bibliófilos Madrilenos, t. 2, met inl.; ed. F. Rodriguez Marin (2de dr., Madrid 1922), in Clés. Cast., t. 38, met inl.; Comedias, ed. R. de Mesonero Romanos (Madrid 1858), in Bib. de Aut. Esp., t. XLV.
Lit.: E. Cotarelo, L. V. de G. y sus obras dramáticas, in Bol. de la Real Ac. Esp., t. III & IV (Madrid 1916-1917).