Belgisch schilder (Brussel 13 Juni 1874), begon met stillevens, interieurs en landschappen uit de Kempen en de Maasvallei. De lezing van Loti had zijn trek naar het Oosten tot gevolg.
Hij verbleef in Palestina, Klein-Azië, Constantinopel en nadien in Bretagne. Hij werkte geruime tijd in Frankrijk en kwam te Parijs in contact met Maurice Denis, Sérusier, Signac en te Cagnes met Renoir. Hij is thans te Brussel gevestigd en schildert nagenoeg uitsluitend portretten met harde contouren en een archaïserend cachet. Zijn vrouw Juliette is een uitstekende schilderes van bloemstukken en landschappen in een helder en fris koloriet.Lit.: Franz Hellens, L. G. Cambier (Ned. vert. Brussel 1929) ; Jozef Muls, Een Eeuw Portret in België.