Duits architect en schilder (Bockenem bij Hildesheim 29 Febr. 1784 München 27 Jan. 1864), leerling van F. Gilly te Berlijn en Ch.
Percier te Parijs, reisde veel in Italië, Zuid-Frankrijk en Griekenland en was van 1816-1864 architect van Ludwig I in München. Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van het Zuidduits classicisme, en de eerste Renaissancist in Duitsland. Zijn meeste gebouwen bevinden zich te München. Bij zijn enorme productiviteit als architect vervaardigde hij nog talrijke schilderijen, aquarellen en tekeningen.Werken: te München o.a. Glyptotheek (1816-’34), Oude Pinakotheek (1826-36), „Ruhmeshalle” (1843) en Propylaeën (18461860). Voorts zijn vermeldenswaard de „Walhalla” bij Regensburg (1830-42) en de Hermitage in St Petersburg (1839-51).
Lit. :Thieme-Becker, Allg. Lexikon der bild. Künstler, dl XX (927), blz. 478-482 met uitv. lit.; H. Kiener, L. v. K. (Augsburg 1927); Monatshefte für Baukunst und Städtebau XVIII (1934), blz. 139-140.