Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LEGITIMITEIT

betekenis & definitie

is de wettigheid of rechtmatigheid van een bezit, aanspraak, verhouding enz., in engere zin is het de wettigheid van een regering. De heerser, die volgens de wetten van de Staat aan het hoofd staat van het land, is de legitieme heerser, in tegenstelling met de usurpator, die door het omverwerpen van die wetten de macht verkregen heeft.

Het zgn. legitimiteitsbeginsel werd op het Wener Congres vooral door Talleyrand verdedigd. Het berustte op de onbeperkte en onveranderlijke macht van de door God ingestelde heersers (koning bij de gratie Gods) en werd sedert 1815 door de volgelingen van Metternich als uitgangspunt van de staatkunde aangenomen. Hiertegenover staat het door Napoleon III aangenomen nationaliteitsbeginsel, dat de keuze van de heersers aan het volk zelf wil overlaten.

< >