Sir, schilder (Dronrijp 8 Jan. 1836 - Wiesbaden 25 Juni 1912). De eerste jaren van dezen tot Engelsman genaturaliseerden notariszoon zijn onafscheidelijk van den Leeuwarder schilder Bisschop.
Sinds 1852 leerling van L. Wappers, baron Henri Leys en van N. de Keyzer te Antwerpen, waar hij dertien jaar bleef en kennis maakte met Louis de Taye. Vooral Leys oefende grote invloed op zijn werk uit en in 1859 nam deze hem als helper bij zijn muurschilderingen voor het stadhuis te Antwerpen. In 1863 huwde hij een Française; zijn beide dochters, Laurence en Anna, zijn van haar jongste jaren af herhaaldelijk door hem geschilderd. Na de dood van zijn vrouw in 1869 hertrouwde hij in 1871 met Laura Epps, een Engelse kunstenares.Hij woonde tot 1870 te Brussel, sindsdien te Londen, waar hij beroemd werd. Hij was een ervaren, klassicistisch schilder van historiestukken uit verschillende landen en tijdperken (Merovingisch, Romeins, Egyptisch), waarbij zijn archaeologische bekwaamheid hem goed te pas kwam. Ondanks het overheersend buitenlands cachet, draagt zijn werk, juist in de zorgzame behandeling van metalen en stoffen, een Hollands merk. Hij etste en lithografeerde.
Lit.: Georg Ebers, Lorenz Alma-Tadema, in: Westermann’s Monatshefte (1885), naderhand gebundeld, onder dezelfde titel; Helen Zimmern, L.Alma-Tadema, his Life and Work, in Art Annual (1886); C. Honkhouse, British Contemporary Artists (London 1899); H. Leroy, Histoire de la peinture anglaise (Paris 1938).