Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Landingsvaartuig

betekenis & definitie

is een in Wereldoorlog II ontwikkeld scheepstype voor het snel aan land zetten van soldaten, voertuigen en voorraden.

Men onderscheidt daarin LS (landingship) en LC (landingcraft), d.w.z. grote en kleine soort landingsvaartuigen. Al naar de speciale taak komt hier dan een onderscheidingsletter bij: LST’s of LGT’s zijn bestemd voor tanks, LCP’s voor personeel, LCA’s zijn met artillerie uitgerust om als kanonneerboot de landing te ondersteunen, enz. De grootte dezer vaartuigen loopt van 3000 tot ca 10 ton.

Het algemene type bestaat uit een soort lang vlotlichaam, waarop aan weerszijden enkele of dubbele wanden, zodat een soort trog ontstaat die de lading opneemt. Achter is die trog door de verblijven en machinekamers afgesloten, voor is er een neerklapbare rijbrug (op de LS’s zit daarvoor weer een dubbele zijdelings wegdraaiende boeg). Wanneer het schip met de boeg op het strand loopt, na kort tevoren een hekanker te hebben laten vallen, klapt men de rijbrug neer en de lading verlaat over die brug het schip en gaat de wal op. Bij wegvaren haalt men de klapbrug op en trekt zich aan het hekanker los, waarna men in diep water wegvaart. De landingsvaartuigen zijn met licht luchtdoelgeschut bewapend en met dieselmotoren uitgerust (2 a 3 schroeven). Ze gaan zeer ondiep en hebben in hun bodem trimtanks om ongeveer overeenkomstig de helling van het strand getrimd te kunnen worden.

Terwijl de LS-typen op eigen kracht naar alle delen van de wereld konden varen, werden de LC’s in grote vrachtschepen, speciaal uitgerust voor dit vervoer, over de oceanen naar het gevechtsterrein gebracht.

IR R. F. SCHELTEMA DE HEERE.

< >