is de hoofdstad en invoerhaven van Knox County in Tennessee (V.S.), met (1950) 124 180 inw. Het is de grootste stad in de oostelijke helft van de staat, gelegen aan 3 federale verkeerswegen en aan de Louisville, Nashville and Southern Railroad.
In Knoxville is een aantal industrieën gevestigd, w.o. grote spoorwegwerkplaatsen en katoenfabrieken. De stad is het handelscentrum van het rijke landbouwgebied in het oostelijke deel van de Tennessee Valley, vooral bekend als markt voor Burey tabak en vee. In de nabijheid zijn mijnen waar marmer van uitstekende kwaliteit wordt gevonden; dit verwerkt men in Knoxville. In de hoofdstad is ook het hoofdkwartier gevestigd van de Tennessee Valley Authority, die het in verval verkerende omringende gebied tot nieuwe bloei gebracht heeft. In Knoxville is de staatsuniversiteit van Tennessee gevestigd.In 1786 stichtte James White, een pionier uit Noord Carolina, een fort op de plaats waar Knoxville thans ligt. In 1791 werd de stad gesticht en genoemd naar generaal Henry Knox, de toenmalige minister van Oorlog. Gedurende de Amerikaanse Burgeroorlog werd de stad genomen door de Uniegeneraal Burnside, op 2 Sept. 1863; van 16 Nov. tot 4 Dec. van hetzelfde jaar werd Knoxville zonder succes belegerd door de troepen der Confederatie.