(1) (Khokan, Kokan of Chokand), voormalig chanaat in Centraal-Azië, aan beide oevers van de Syr Darja, grensde in het O. aan China, in het W. aan Boechara, in het Z. aan Karategin, in het N. aan de steppenrivier Tsjoe en was ca 220 000 km2 groot. Het land stond sedert 1218 onder Mongoolse heerschappij en wel van de nakomelingen van Djingiz Chan en van Timoerlenk (Tamerlan).
In 1511 werden dezen verdreven en werd Khokand afhankelijk van Boechara, waarvan het zich in 1597 vrij maakte, hoewel het pas ca 1700 weder volkomen onafhankelijk werd. In 1760 erkende het de Chinese souvereiniteit en kwam na 1800 achtereenvolgens met andere volken van Turkestan en met de Russen in conflict. In 1840 braken nieuwe twisten uit, waarin de Russen zich mengden, die achtereenvolgens verschillende steden bezetten en in 1875-1876 uit het nog overgebleven gedeelte het Russische gebied Fergana vormden. Als provincie Fergana van Turkestan werd het in 1924 deel van de nieuw gevormde Sovjetrepubliek Oesbekistan (Usbekistan).(2), stad op 40° 40' N.Br. en 70° 55' O.L.v.Gr. in het landschap Fergana in het oostelijk deel van de Russische Sovjetrepubliek Oesbekistan, op 160 km ten Z.O. van Tasjkent en op 12 km ten Z. van de Syr Darja in een vruchtbaar dal van het zijriviertje de Karasoe gelegen. De in 1732 gestichte stad, eertijds de hoofdplaats van het Khokandchanaat, is een belangrijk spoorweg- en handelscentrum met zijde- en katoenindustrie en superphosphaatfabriek. Khokand, voor een deel gemoderniseerd, telt 84 665 inw.