waren in BELGIË overeenkomstig hun tradities en aanzien feitelijk het Regiment der Grenadiers en het Regiment Gidsen.
Grenadiers
Op 8 Mei 1837 werd een „Regiment der verenigde Grenadiers en Voltigeurs” opgericht (4 Bataljons van 6 Compagnieën). In Dec. 1838 werd het „le Régiment d’Elite” genoemd, in 1850, het Grenadiersregiment (3 Bataljons met nog een Bataljon Voltigeurs), in 1859 eindelijk het Regiment der Grenadiers. Het was een traditie dat de erfprinsen bij dit regiment dienden (de toekomstige Leopold II, Albert I en Leopold III). In 1914-1918 bestonden 2 Regimenten, van 19391940 3 Regimenten. Sinds 1946 bestaat slechts een Bataljon Grenadiers. De kleur is rood, kenteken is de granaat.
Gidsen
Op 27 Sept. 1830 werd een compagnie Maas-Gidsen opgericht, die 1831 een escadron werd, in 1832 een Gidsen-Korps met 2 escadrons, in 1833 een Regiment met 5 escadrons. In 1874 werd een tweede regiment Gidsen gevormd. Leden van de aristocratie dienden bij deze beide Regimenten. De broeder van Leopold II en van Leopold III waren officieren bij het 1ste regiment Gidsen. Sinds 1946 is het iste Regiment Gidsen een Pantserwagenregiment. De kleur is purperrood, het kenteken wordt gevormd door twee sabels en kroon.