is een gemeente in Belgisch Brabant, aan de Dijle, op golvende leem- en zandbodem (1321 ha). Naast heide en dennenbossen is er landbouw en metaalindustrie, inz. spoorwegbedrijf.
Inw. (1949) : 14 372, deels werkzaam te Leuven. Belgo-Romeinse vondsten. Op het gehucht Vlierbeek werd in 1125 een Benedictijner monnikenabdij gesticht, afhankelijk van Affligem eerst, zelfstandig sedert 1259. In 1572 werd zij platgebrand door het leger van Oranje. De nog bestaande abts- en dienstgebouwen zijn van 1727; de kerk van 1776-1783, naar plannen van L. Dewez. In 1797 verdreef de Franse Omwenteling de kloosterlingen. De kerk werd parochiekerk in 1803. In 1914 werd Kessel-Lo zwaar geteisterd. Ook gedurende Wereldoorlog II had het als voorstad van Leuven en spoorwegcentrum erg te lijden.