Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Kalahari

betekenis & definitie

halfwoestijnlandschap van zeer gering reliëf in de westhelft van het Zuidafrikaanse plateau kort ten N. van de Oranjerivier tot nabij de Zambesi. Het grootste deel heeft steppeklimaat; alleen een deel in het Z.W. echt woestijnklimaat.

Hier is de plantengroei zeer arm en grote duingebieden komen voor. Veel meer verlaten intussen is de centrale Kalahari, waar regenval en plantengroei juist beter zijn. Dit is een waterloze savanne. Van verharde wegen is nergens sprake. Opzij van enkele hoofdroutes is het land weinig bekend en niet behoorlijk in kaart gebracht.De randgebieden in het N. en O. dienen als jachtveld en, na goede regens, als tijdelijk weiveld voor de aangrenzende Bantoe-stammen. De welvarendste hiervan behoren tot de Beetsjoeanen. Armer en primitiever zijn de Bakalahari, die meer permanent in ongunstige streken verblijf houden. De slechtste delen dragen alleen een schaarse bevolking van Bosjesmannen, die hier hun laatste toevlucht gevonden hebben en zowel Bantoe als Blanke ver overtreffen in kennis van de levensmogelijkheden in deze vijandige omgeving. Een merkwaardige groep Afrikanerboeren woont te Ghanzi, Z.W. van het Ngamimeer. Dit laatste is een grasrijke holte, die slechts zelden water krijgt. Het behoort bij de binnenlandse delta van de Okawango, die met haar grote moerassen een geheel afzonderlijk landschap vormt, een soort half-humide enclave.

PROF. DR P. SERTON

Lit.: S. Passarge, Die Kalahari (1904); L. Schulze-Jena, Aus Namaland u. K. (1907); E. H. L.

Schwarz, The K. (1928); A. L. du Toit, Rapport K.-expeditie van 1925; W. J. Makin, Across the K. desert (Bristol 1929); L. A. Mackenzie, Rapport K.-expeditie van 1945.

< >