L., geheten naar de vermaarde reiziger Engelbert Kaempfer (1651-1716), is de naam van een plantengeslacht uit de familie van de Zingiberaceeën. Het telt in de tropen van Azië en Afrika een 40-tal soorten, met knollen overblijvende kruiden met 2 rijen fraaie bladeren en vaak grote, witte, gele of paarse bloemen. Deze staan in aren en vertonen een lange, smalle bloembuis met smalle slippen, grote zijstaminodiën, een vlak labellum, een korte meeldraad met een breed, van een vaak 2-tandig uitsteeksel voorzien connectief en een 3-hokkig vruchtbeginsel met axiele zaadlijsten.
Wel de bekendste soort is K. galanga L., met slechts 2 plat op de grond liggende bladeren en witte welriekende bloemen, uit Indonesië, en bijv. op Java overal gekweekt als specerijgewas.Hetzelfde geldt voor K.pandurata Roxb., die 3 of 4 langgesteelde, rechtopstaande bladeren maakt, en voor K. rotunda L., die bloeit vóór de ontwikkeling der van onderen purper getinte bladeren. Laatstgenoemde soort wordt als sierplant in kassen gezien en zo ook: K. Gilbertii Buil., met breed witgerande bladeren en purperrode en witte bloemen, uit Oost-Indië; K. Roscoeana Wall., met fraai gekleurde bladeren en witte bloemen, uit Birma; de rozerood bloeiende K. rosea Schweinf. uit Centraal Afrika e.a.