een Tsjerkessisch volk, in de noordelijke randgebieden van de Kaukasus. Het vormt te zamen met de Balkaren de Kabardinische-Balkarische Republiek, een in 1936 gestichte autonome socialistische Sovjetrepubliek.
De oppervlakte bedraagt 12 295 km2, de bevolking (1941) 377500 inw. Kabardinië omvat hoofdzakelijk het noordelijke lagere gebied (de vlakte en het gebergtevoorland), Balkarië het berggebied dat o.a. het hoogste deel van de Kaukasus omvat met als hoogste toppen de Elbroez (5629 m), Dykh Taoe (5197 m), Sjkara Taoe (5194 m), Kosjtan Tape (5144 m) en Janga Taoe (5078 m). De hoofdrivier is de Terek, die uit dit gebied talloze zijrivieren ontvangt.Kabardinië heeft een gematigd klimaat, dat akkerbouw mogelijk maakt. Alleen in het N.O. deel is bevloeiing noodzakelijk. De voornaamste gewassen zijn maïs, gierst en zonnebloemen; aardappelen, groenten, meloenen en druiven worden eveneens geteeld. Het gebergtevoorland draagt goede weiden; hier is veeteelt van grote betekenis (runderen, schapen en geiten). Het gebied levert zeer goede paarden; het vee dient als trekdier en voor vleesvoorziening. Intensieve veeteelt, met gebruik van wintervoeders, vindt meer en meer ingang.
Kabardinië is goed bebost met eik, es en beuk als voornaamste boomsoorten; er wordt echter weinig hout uitgevoerd. Er is vrijwel geen industrie, maar het boerenambacht is veelvuldig verbreid (weven, vervaardigen van vilt en bontbekleding, zadelmakerij en houten voorwerpen).
Het strenge klimaat van Balkarië maakt akkerbouw onmogelijk; de bewoners zijn, wat voedsel en dekking betreft, afhankelijk van hun kudden (runderen en schapen). Het zijn trekkende veeboeren.
De Mohammedaanse (Soennietische) Kabardinen en Balkariërs maken 76 pct van de totale bevolking uit (Kabardinen 60 pct); Russen, Oekraïniërs en anderen vormen het overige bestanddeel. Het aantal analphabeten is er nog zeer groot; 75 pct van de kinderen geniet nog geen onderwijs. Goede wegen ontbreken geheel; de enige spoorweg ligt in het oostelijk deel van de republiek, een deel van de lijn van Mosdok naar Ordjonikidze (het vroegere Wladikawkaz). In 1936 werd de hoofdstad Naltsjik aan het Russische spoorwegnet aangesloten.
De republiek maakte vroeger deel uit van het gouvernement Terek, nadien van de „Bergrepubliek”. In 1924 werden de twee gebieden tot een autonoom gebied verenigd, om in 1936 de status van autonome republiek te verkrijgen.