Tsjechisch schrijver (Praag 26 Apr. 1841 - 29 Jan. 1901), was zoon van een rijk Praags zakenman, reisde zijn gehele leven veel en toont in zijn werk ook sterke buitenlandse invloeden; hij behoorde tot de ,,cosmopolitische school”, de Lumir-stroming, maar in tegenstelling tot de leider daarvan, Vrchlicky , was Zeyer idealist en romanticus, niettegenstaande hij begon te schrijven in een tijd toen de romantiek al een voorbije phase was. Zijn epische verzen en drama’s dragen een sterk lyrisch karakter; dikwijls liggen oude Tsjechische en buitenlandse sagen e.d. er aan ten grondslag.
Hij was, naast cosmopoliet, ook patriot en wendde zich herhaaldelijk tot thema’s uit het heroïsche verleden van zijn land. In zijn latere leven neigde Zeyer meer en meer naar een sterk religieuze mystiek, die zijn Drie legenden van het crucifix (1895) en ander later werk kleurt. Zijn interessante roman Jan Maria Plojhar is autobiografisch.Bibl.: VySehrad (1880); Griselda (1883); Karolinska epopeja (1887); Jan Maria Plojhar (1887-’91); Z letopisu lasky (Uit de annalen van een liefde, I889-92) : Tri legendy o krucifixu (1895); V soumraku Bohu (1898); Troje pamëti Vita Choraze (Drie herinneringen van Vit Choraz, 1900). Verz. Werk 35 dln (Praag 1902-07).
Lit.: J. Vabornik, Zivotopis Juliusa Z-a, in dl 35 der Werken; F. Krejcl, Julius Z. (1901); J. Fucik, Tri studie (Praha 1947).