vrijheer, Oostenrijks generaal (Kassel 14 Oct. 1786 - Wenen 14 Mrt 1853), was een natuurlijke zoon van landgraaf (later keurvorst) van Hessen, Wilhelm IX (I). Hij werd officier in het Oostenrijkse leger, maakte de oorlogen tegen Napoleon van 1805-1815 mee, en bereikte in 1844 de rang van luitenant-veldmaarschalk.
In de felle en zware strijd tegen de Italiaanse revolutionnairen onderwierp hij in 1849 het opstandige Brescia en strafte het zo wreed, dat de Italianen hem de bijnaam „hyena van Brescia” gaven. In Mei kreeg hij het oppercommando der keizerlijke troepen tegen de opstandige Hongaren en behaalde daarbij een reeks successen tegen generaal Görgey*. Na de capitulatie der Hongaren te Vilagos aan de Russen voerde hij het militair bewind over Hongarije, maar trad daarbij met zulk een hardheid op, dat hij Juli 1850 werd afgezet.PROF. DR TH. J. G. LOCHER
Lit.: R. v. Schönhals, Biogr. des k.k. Feldzeugmeisters J. Freih. v. H. (1875); R- Bartsch, v. H. (Wien 1907).