Spaans geleerde en politicus (Canarische Eilanden 1889), was hoogleraar in de anatomie te Madrid en trad na de revolutie van 1931 toe tot de socialistische partij. In 1933 werd hij lid van de Cortes en in Sept. 1936, na het uitbreken van de Burgeroorlog, minister van Financiën in het kabinet-Caballero.
In Mei 1937 werd Negrin zelf minister-president, welke functie hij tot het eind van de Burgeroorlog bleef bekleden. In Apr. 1938 nam hij zelf tevens de portefeuille van Oorlog op zich. Na de val van Catalonië, waar zijn regering zich bevond (Febr. 1939), vluchtte hij met president Azana naar Frankrijk, doch, in tegenstelling met het staatshoofd, voorstander van de strijd tot het uiterst, keerde hij terug naar Centraal-Spanje. Op 6 Mrt werd hij wegens zijn communistische sympathieën door de Verdedigingsraad te Madrid afgezet en vervangen door generaal Miaja. Ternauwernood wist hij te vluchten. Voortaan vertoefde hij meestentijds in Mexico. Hij speelt onder de Spaanse emigranten slechts een rol van de tweede rang.